Algemene informatie

Het agentschap werd in januari 2006 bij wet opgericht als APETRA, werd operationeel op 1 april 2007 en is sinds 1 april 2012 de enige beheerder van de Belgische aardolieveiligheidsvoorraden. APETRA werd omgedoopt tot ASEVA door de wet van 21 december 2023 met uitbreiding van de scope naar bijkomende strategische energievoorraden.

De wettelijke taken van ASEVA bestaan uit:

  1. aanhouden en beheren vande verplichte voorraden en bijkomende strategische voorraden;
  2. voorbereiden van een doeltreffend en efficiënt beheer van de verplichte en bijkomende strategische voorraden in geval van een energiecrisis, met inbegrip van een vlotte en georganiseerde afzet op de markt van zijn voorraden.
  3. bijdragen, ter ondersteuning van de bevoegde autoriteiten, bij het beheer van een energiecrisis;
  4. deskundig advies verlenen aan de bevoegde autoriteiten bij het bepalen van een doeltreffende en efficiënte opslagstrategie.

De wet legt strikte kwaliteits- en beschikbaarheidscriteria op voor de strategische aardolie- en energievoorraden. De wet vormt de juridische ruggengraat van ASEVA en legt de institutionele bepalingen vast.

De werking van ASEVA en het beheer van de aardolievoorraden worden gefinancierd door een bijdrage op de inverbruikstelling van de belangrijkste aardolieproducten. Indien ASEVA bijkomende strategische voorraden zou beheren, zullen deze gefinancierd worden door een afzonderlijke bijdrage.

De Belgische federale staat is de enige aandeelhouder van ASEVA met de minister van Energie als algemene vergadering. De raad van bestuur van ASEVA bestaat uit vertegenwoordigers van de overheid en de aardolie(opslag)sector. De dagelijkse leiding is in handen van een directeur en medewerkers.

De controle van de financiële situatie van het agentschap wordt toevertrouwd aan een college van revisoren, dat twee leden telt, waarvan er één het Rekenhof is. Het Rekenhof stelt jaarlijks eenverslag over de uitvoering van de taken van openbare dienst ter informatie van het Parlement.

Voorraadplicht

België moet strategische aardolievoorraden aanhouden volgens de Europese Richtlijn 2009/119/EGen het Internationaal Energieprogramma van het Internationaal Energieagentschap.

Hoeveel strategische aardoliereserves ASEVA jaarlijks minimaal moet beheren, hangt af van de Belgische netto-invoer van ruwe olie en aardolieproducten in het voorgaande jaar.

De nationale voorraadplicht voor 2023, die geldt tot 30/6/2024, bedraagt ongeveer 3,3 miljoen ton ruwe aardolie-equivalent.

Voor meer informatie: zie Voorraadbeheer

Beheerde voorraden

Deze aardolievoorraden bestaan voornamelijk uit voorraden die eigendom zijn van ASEVA en opgeslagen liggen in depots in België en de buurlanden. e repatriëring van de voorraden die zich in het buitenland bevinden, wordt gegarandeerd door verdragen tussen België en de andere EU-lidstaten.

In beperkte mate bestaan de verplichte aardolievoorraden ook uit voorraden van de aardolie-industrie die ASEVA beheert onder de vorm van ticketcontracten. Deze contracten geven ASEVA in geval van een crisis het recht om de onderliggende aardolieproducten te kopen.

Voor meer informatie: zie Voorraadbeheer

Crisis

De strategische voorraden zijn onze appel voor de dorst in geval van een aardolie- of energiecrisis. Ze maken deel uit van de reeks noodinstrumenten die de overheid kan inzetten wanneer zich een nationale aardolie- of energiecrisis voordoet.

De aardolievoorraden kunnen ook op verzoek van de internationale gemeenschap worden ingezet ten behoeve van andere lidstaten van de Europese Unie of het Internationaal Energie Agentschap.

De rol van ASEVA in dat geval is om de voorraden die zij beheert zo hoog mogelijk in de distributieketen te injecteren.

Voor meer informatie: zie Crisismanagement